In Nederland zijn er naar schatting ieder jaar 119.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling. Vreselijk. En wellicht zijn deze cijfers zelfs nog een stuk hoger. Veel gevallen van kindermishandeling vinden immers achter gesloten deuren plaats en worden niet opgemerkt door de buitenwereld. Sinds 1 januari 2019 is de nieuwe meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht om ervoor te zorgen dat zowel huiselijk geweld als kindermishandeling zo snel mogelijk gesignaleerd en aangepakt kan worden.
Ben jij wel eens met je kleintje op de eerste hulp terechtgekomen? Bijvoorbeeld door een val van het klimrek of een brandwond door een kop hete koffie? Dan heb je wellicht gemerkt dat de huisarts veel vragen stelt: hoe is het precies gebeurd? Wat ging er mis? Waar was jij toen het ongeluk plaatsvond? Deze vragen zijn onderdeel van een standaard kindermishandelingsprotocol voor professionals. Door middel van het stellen van vragen wil de huisarts inzicht krijgen in de situatie en zal hij of zij beoordelen of er sprake is van een doodgewone val, of dat er vermoedens zijn van kindermishandeling.
Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling
Natuurlijk weet jij heel goed wat er gebeurd is, maar wist je dat er bij 20% van de kinderen die in Amsterdam op de eerste hulp terechtkomen sprake is van kindermishandeling? Denk bij kindermishandeling niet alleen aan fysiek geweld, maar ook aan psychisch of seksueel geweld en verwaarlozing. De meldcode helpt professionals bij vermoedens in dergelijke situaties. Aan de hand van 5 stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis – het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling – en of er voldoende hulp kan worden ingezet.
Hoe werkt de meldcode?
Professionals, zoals de huisarts of een begeleidster op de crèche, doorlopen bij signalen van kindermishandeling een stappenplan. Een signaal kan een blauwe plek of brandwond zijn, maar bijvoorbeeld ook opmerkelijk gedrag van een kind. Na het in kaart brengen van signalen, uitvoerig overleg met collega’s en een gesprek met de personen in kwestie zal de professional bepalen of de vermoedens aanblijven en of er sprake is van acute of structurele onveiligheid. Aan de hand van een beroepsspecifiek afwegingskader kan vervolgens bepaald worden of er hulp geboden kan worden, of dat er een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Veilig Thuis kan vervolgens checken of er meer meldingen zijn gedaan en biedt ondersteuning zodat het kind de juiste hulp krijgt.
Moet ik mij zorgen maken?
Als jij met je kleintje bij de huisarts komt en de huisarts stelt je meerdere keren dezelfde vragen, dan hoef je je uiteraard geen zorgen te maken. Professionals zijn erin getraind om gevallen van huiselijk geweld te onderscheiden van ongevallen die nou eenmaal vaak plaatsvinden bij kleine kinderen. Een blauwe plek door een val van het klimrek zal dan ook niet leiden tot een melding bij Veilig Thuis.
Veilig Thuis
Wist je dat Veilig Thuis er niet alleen voor professionals is? Ook wanneer jij zelf vermoedens hebt van kindermishandeling, is het belangrijk dat je hier iets aan doet. Dit kun jij zelf doen:
Bronnen: